Wild en de Jacht

BESCHERMDE DIERSOORTEN, JACHT EN VISVANGST IN 1953

Opvallend is o.a. de dierensoorten die bejaagd mochten worden, ik noem er enkele:
de blauwe reiger, wilde zwijnen, bunzings, hermelijnen, wezels en
Otters in de Gemeenten Valkenswaard, Heeze en Bergeijk.
Herten en damherten, dassen en marters, korhoenders goudpluvieren, kemphanen, wulpen,grutto’s, tureluurs.

(de webbeheerder)


Beschermde vogels.

Met uitzondering van de hierna volgende onder I tot en met IV vermelde vogels zijn alle in het wild levende vogelsoorten krachtens de Vogelwet 1936 beschermd.

naar het begin

 

Niet beschermd zijn:
(Let op: dit was in 1953)
I. pluimvee;
II. de vogels, die tot het wild behoren (zie onder wildschade);

III. de zwarte kraai en de huismus;

IV. de vogels, die krachtens ministeriële beschikking onbeschermd zijn verklaard, t.w.:

a. t/m 31 December 1952: de schollevaar, de mantel­meeuw, de houtduif, de bonte kraai, de ekster, de Vlaamse gaai, de roek en de kauw;


Vlaamse gaai ( foto: Wikipedia )
b. t/m 15 April 1952 en van 15 Juli t/m 31 December 1952: de zilvermeeuw en de kap- of kokmeeuw;

c. van 1 September t/m 31 December 1952: de blauwe reiger;

d. van 15 Juni t/m 30 November 1952: de spreeuw.

 

“De beschikking, die voor 1953 van kracht zal zijn, was bij het afdrukken van deze almanak nog niet bekend gemaakt,”

Beschermde vogels mogen niet worden gedood, gevangen, verkocht of vervoerd; hun eieren mogen niet worden gezocht, geraapt, verkocht of vervoerd; hun nesten niet worden verstoord (behoudens de hierna vermelde uitzonderingen) .

Onbeschermde vogels mogen zonder vergunning worden gedood of gevangen; hun eieren mogen worden geraapt, hun nesten verstoord. Voor het gebruik van een geweer of van verboden vangmiddelen is echter een vergunning nodig (zie onder Vogelschade).

In afwijking van het geen hierboven is vermeld, is het zoeken en rapen van kievitseieren toegestaan van 1 Febr. t/m 19 April; op gronden van derden is dit echter alleen toegestaan in tegenwoordigheid van de grondge­bruiker of met diens schriftelijke toestemming. Het ver­voeren en verkopen van kievitseieren is t/m 21 April geoorloofd.

Vergunning kan worden verleend tot het rapen van eieren van meeuwvogels (deze met uitzondering van dwergsterns, lachsterns en zwarte sterns) gedurende het tijdvak van 1 April t/m 14 Juni. Het vervoeren van en de handel in deze eieren is t/m 21 Juni toegestaan.

Gebruikers van gebouwen en binnenplaatsen mogen de zich in of tegen deze gebouwen en op binnenplaatsen bevindende nesten verstoren.

 


Vogelschade.

Aan eigenaren of gebruikers van gronden of wateren. waarop beschermde vogels schade of overlast toebrengen. kan vergunning worden verleend tot het vangen of doden van deze vogels, alsmede tot het verstoren van hun nesten:n. Aanvraagformulieren voor deze vergunningen (Vogelvergunning H) zijn verkrijgbaar ter gemeentesecretarie. De Vogelvergunningen H worden verleend door de Commissaris der Koningin in de provincie, waar de gronden of wateren zijn gelegen, waarop schade wordt toegebracht. .Vergunningen tot het gebruikmaken van een vuurwapen bij het doden van onbeschermde vogels (Vogelvergunningen G) kunnen worden verleend door de Hoofden van plaatselijke politie. Vergunningen tot het door middel van een verboden vangmiddel (klemmen, vallen, giftige middelen en dergelijke) doden van onbeschermde vogels kunnen worden aangevraagd bij het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen


Wildschade.

Krachtens de Jachtwet heeft uitsluitend de grondgebruiker het recht op door hem gebruikte grondschadelijk gedierte op te sporen, te vangen of te doden. Is men niet in het bezit van een jachtacte, dan wende men zich voor het gebruik van een geweer tot het hoofd der plaatselijke politie. Ook voor het gebruik van middelen zoals kunstlicht, strikken, klemmen, vergiften, plege men overleg met het hoofd der plaatselijke politie. Van een geweer mag nimmer gebruik worden gemaakt als de grond met sneeuw bedekt is, op Zondagen en erkende Christelijke feestdagen en tussen zonsondergang en zonsopgang.

 

Onder schadelijk gedierte worden verstaan:

a. wilde zwijnen, konijnen, vossen, bunzings, hermelijnen, wezels en verwilderde katten in het gehele rijk:

Hermelijn ( foto: Wikipedia )
b. otters in de Gemeenten Epe, Apeldoorn, Valkenswaard, Heeze, Bergeijk en Gulpen;

c. zeehonden in de provincies Zuid-Holland. NoordBrabant en Zeeland.          .

Ook voor het vangen of doden van wild kunnen in geval van schade vergunningen worden uitgereikt.

De otter ( foto’s: Wikipedia )
De betrokken Minister is bevoegd wild en schadelijk gedierte te doen beperken of opruimen ook tegen de wil van de grondeigenaren.

De wildsoorten zijn:

a. grof wild (herten, damherten en reeën);

B. pelswild (dassen en marters in het gehele rijk; ‘Otters in het gehele rijk met uitzondering van de gemeenten Epe, Apeldoorn, Valkenswaard, Heeze, Bergeijk En Gulpen en zeehonden in het gehele rijk met uitzondering van de provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant en Zeeland;


Das( foto: Wikipedia )
c. klein wild (hazen, korhoenders, patrijzen, houtsnippen en fazanten) ;

d. waterwild (zwanen, ganzen, eenden, duikers, watersnippen, goudpluvieren, kemphanen, wulpen, scholeksters, grutto’s, tureluurs, meerkoeten en waterhoentjes).


Jachtacten.

Jachtakten dienen te worden aangevraagd bij het hoofd der plaatselijke politie. Behalve het zegelrecht is men verschuldigd:

a. voor een gewone grote jachtacte tot alle geoorloofd jachtbedrijf, met uitzondering Van de valkenjacht, vijftien gulden;

b. voor een kleine jachtacte tot het vangen van waterwild met netten, vijf gulden.

-Om voor een jachtacte in aanmerking te komen moet men beschikken over een aaneengesloten terrein met een oppervlakte van minstens 40 ha, of indien het een waterwildjacht betreft van minstens 1 ha. Deze bepaling geldt niet voor het bejagen van gronden door de grondgebruiker en evenmin voor boomkwekerijen en fruitaanplantingen ook al worden deze door een ander dan de ge­bruiker bejaagd.


 

Visacten.

Visacten worden uitgereikt door het hoofd van de plaatselijke politie. Onderscheiden worden:

a, grote visacten A tot het vissen in de binnenwateren ‘en de rivieren met alle geoorloofde vistuig, tegen betaling van f 10 per jaar;

b. grote visacten B tot het vissen uitsluitend in de Rivieren met alle geoorloofde vistuig tegen betaling van f 4  per jaar;

c. kleine visacten tot het vissen, hetzij met een peur, hetzij met een hengel geaasd met vis of met een sleephengel tegen betaling van f 2 per jaar;

d. ,hengelacten tot het vissen met meer dan een hen­gel, niet met vis geaasd, tegen betaling van f 1 per jaar.

De acten zijn geldig voor een jaar, aanvangende 1 Juli en eindigende 30 Juni daaropvolgende.

 

Personen, wier leeftijd minder dan 15 jaar bedraagt, zijn hiervan vrijgesteld. Naast de hierboven genoemde bedragen is een bijdrage verschuldigd ter verbetering van de binnenvisserij en wel tot een bedrag, dat voor het seizoen 1951-1952 is be­paald op f 1 voor een grote visacte A of B en voor een kleine visacte en op f 0,50 voor een hengelacte

Hoewel voor het vissen met een hengel niet met vis geaasd geen visacte wordt vereist, dient ook hiervoor een bedrag van f 0,50 ter verbetering der binnenvisserij te worden afgedragen aan het hoofd der plaatselijke politie

Geef een reactie