Vlechtheggen

1 Introductie

 1.1 Planning

Een vlechtheg heeft geen haast. De titel zegt het al: het vergt een aantal jaren voordat u een mooie dichte heg heeft.  Neem daarom de tijd om te bepalen wat voor soort heg er moet komen en neem geen overhaaste beslissingen.
Bepaal allereerst de locatie, grondsoort en de klimatologische omstandigheden van de toekomstige haag. Deze zaken zijn van grote invloed op de struiken waaruit u kunt kiezen. In hoofdstuk 2.1 vindt u gedetailleerde informatie over deze aspecten. Vervolgens bepaalt u de functie (bijvoorbeeld: veekering of erfscheiding), de toekomstige vorm en ruimte voor de heg. Dit zal een verdere beperking in plantkeuze opleveren. Natuurlijk speelt bij de keuze van plantsoorten ook uw persoonlijke voorkeur een belangrijke rol. Als u de samenstelling van de heg heeft bepaald, kunt u de verhoudingen in aantallen vaststellen en uw bestelling plaatsen. Misschien moet u nog uw samenstelling aanpassen aan de beschikbaarheid van plantsoen. Plaats uw bestelling dus ruim op tijd. De prijzen van normaal haagplantsoen (50 tot 100 cm hoog) variëren van 35 eurocent tot enkele euro’s per stuk bij bijzondere soorten.


 1.2 Planten

Plantsoen kan zeer snel uitdrogen. Zodra u de planten in huis heeft moet u ze beschermen door ze in te kuilen of goed te verpakken. Houd een zo kort mogelijke tijd aan tussenaankoop, vervoer, inkuilen en planten.  Het planten kan beginnen. Graaf gaten of graaf een geul die breed en diep genoeg is om uw plantsoen te kunnen bergen.  Leg steeds kleine hoeveelheden planten over enkele meters uit. Bent u met meerdere personen, zorg dan voor een constante aanvoer in verhouding tot het tempo van de planters.  In hoofdstuk 2.2 gaan we verder in op het planten.


 1.3 Onderhoud

Wat u de komende jaren met uw heg gaat doen, hangt volledig af van de functie van de heg.  En de functie van de heg bepaalt weer min of meer de techniek en stijl van onderhoud.  Hier beschrijven wij in het kort het onderhoud per type heg; in hoofdstuk 4 gaan wij verder in op de technische kanten van het onderhoud.

Gelegde heg
Een heg die u wilt gaan leggen, moet vooral de eerste jaren de hoogte in groeien.
Door minimaal toppen van de nieuwe scheuten ontstaat wel een betere takdichtheid, maar verder moet u de heg hooguit aan de zijkanten knippen. Na ongeveer vijf jaar heeft de heg de juiste hoogte om te gaan
leggen. Na circa vijftien tot vijfentwintig jaar is herhaling van het leggen nodig.
Voor het behoud van een dichte structuur is in de tussenliggende jaren jaarlijks knippen noodzakelijk.

 Ingevlochten heg
Een ingevlochten heg moet u zeker de eerste vier jaar constant invlechten en minimaal eens per jaar knippen.

Tuynhaag
Een tuynhaag vraagt daar waar nodig om bijvulling van opengevallen ruimtes. Vroeger werd dit type heg soms om de vijf jaar volledig vervangen. Door het gebruik van veel dood hout verdwijnen na vijf tot zeven jaar grote delen
tuynmateriaal uit de levende haag. Ook de tuynhaag moet u jaarlijks knippen en waar nodig invlechten.


 1.4 Algemeen

Bij de aanleg van een grote lengte heg (door bijvoorbeeld een hoveniersbedrijf of groenafdeling van een gemeente)  is het aan te raden het heggenplan in het bestaande beheersplan van het betreffende gebied op te nemen. Hierin kan locatie keuze en planning van planten en onderhoud worden opgenomen.Dit stuk kan tevens de basis vormen voor de financiële planning van het gebied.

 Subsidie
Er bestaan  soms subsidiemogelijkheden voor aanplant en onderhoud van heggen.
Maar deze verschillen per gemeente of provincie. Informeer in ieder geval bij uw gemeente naar subsidieregelingen.
Leden van onze vereniging HHH kunnen hierover contact opnemen met contact@heiheghoogeind.nl



2 Aanleggen van een heg, haag of houtwal

 2.1 Samenstelling

De samenstelling van de heg (plantsoen) is afhankelijk van diverse factoren waarvan wij er nu een aantal zullen bespreken. In latere hoofdstukken zullen nog andere keuzes ter sprake komen.  Functie, grond, klimaat (neerslag, temperatuur, wind) en de groeiplaats vormen de eerste criteria voor de samenstelling van uw heg. Daarnaast speelt uw persoonlijke voorkeur een belangrijke rol.


 2.1.1 Functie

Platteland

Op het platteland is historisch gezien, veekering de belangrijkste functie van de vlechtheg geweest.  Veel streken ontwikkelden door de eeuwen heen hun eigen specifieke stijl.Deze stijlen waren volledig aangepast aan de plaatselijke omstandigheden (denk hierbij aan grondsoort en klimaat) en het soort
vee dat men moest keren.  Zo vereisen schapen een heg die aan de onderzijde zeer dicht en breed is. Rundvee vereist eerder een heg die over de gehele hoogte een horizontale structuur bezit en daarnaast voldoende breed is.  Wat men meestal vergeet, is dat men in de verschillende streken in Noordwest-Europa verschillende rassen van vee hield. Al deze verschillende rassen stelden weer ieder hun eigen specifieke eisen aan de heg.  Daardoor ontstond er vaak een eigen streekstijl in vlechten; een ontwikkelingsproces dat waarschijnlijk eeuwen in beslag heeft genomen.  Helaas zijn vele van de oude huisdierrassen met hun speciale eisen en de daarbij behorende vlechtstijlen met uitsterven bedreigd. Met als gevolg een steeds grotere uniformiteit van vee en een landschap zonder hagen.  Moderne veekerende hagen moeten dus aangepast worden aan het moderne vee: hoger en/of breder.
 Bebouwde omgeving

In de bebouwde omgeving worden vlechtheggen gebruikt als erfscheiding. Tuinen kunnen door deze ‘levende hekken’
prachtig met elkaar en hun omgeving worden vervlochten. De vlechtheggen trekken tal van vlinders en vogels aan.
Daarmee ontstaat een organische eenheid tussen de tuin en zijn omheining.


 2.1.2 Grond

Het type grond en de waterhuishouding van de locatie zijn bepalend voor de keuze van de bomen en struiken.
Op klei zult u ander plantsoen moeten gebruiken dan op hoger gelegen zandruggen of op veengrond.
Voordat u over de samenstelling van uw heg gaat nadenken, doet u er goed aan de grond over de volle lengte
van de voorgenomen heg te onderzoeken. Boor of graaf proefgaten.
Door de grond in de hand en zelfs in de mond te nemen kunt u de grond op grofheid of korrelgrootte beoordelen.
Deze structuur hangt weer nauw samen met de vochthuishouding. De kleur vertelt u iets over het
humusgehalte van de grond (hoe donkerder hoe meer organisch materiaal).
Kijk altijd tot op grotere diepte in de grond om de opbouw te beoordelen en eventuele storende lagen te lokaliseren.
Het zijn de lagen waar uw heg de komende decennia in zal moeten wortelen en groeien.
Doe dit grondig zodat u bij het planten niet voor onaangename verrassingen komt te staan.


 2.1.3 Klimaat

De klimatologische omstandigheden zijn niet overal in Nederland dezelfde, waardoor er legio specifieke haagsamenstellingen te vinden zijn. Enkele van de bij ons inheemse struiken komen bijvoorbeeld alleen in het uiterste zuiden van Limburg voor.


 2.1.4 Groeiplaats

Ook het microklimaat in uw directe omgeving en de beoogde heglocatie kunnen van invloed zijn op de samenstelling van uw heg. Ligt de toekomstige heg in de zon of eerder in de schaduw, in de wind of in de luwte?  Zo zult u in de schaduw vaker beuken of hulst gebruiken. Ook uw persoonlijke voorkeur speelt een beslissende rol.  Wenst u bijvoorbeeld rozen in uw heg dan moet u bij een (hoofdzakelijk) in de schaduw liggende heg de lichtste plaatsen voor de rozen reserveren. Houd er rekening mee dat de omstandigheden in één heg onderling kunnen verschillen. Zo kunnen de vochtverhoudingen over de lengte van de hegbepalend zijn voor de keuze van het plantsoen op die specifieke plaatsen.


 2.1.5 Struiksoorten

Bij uw keuze van plantsoen kijkt u naar struiksoorten die bij u in de streek in heggen voorkomen.  Ook kijkt u naar de soorten die u aanspreken. Over de meest streekeigen soorten kunt u zich laten informeren door lokale natuurorganisaties als IVN (Instituut voor Natuureducatie), SBB (Staatsbosbeheer), of uw provinciaal Landschapsbeheer.

Hieronder volgt een overzicht met de meest favoriete struiksoorten voor de heg. Daarnaast zijn er natuurlijk nog vele andere soorten die ook geschikt zijn.  De soorten aangeduid met # zijn geschikt om als overstaander boven de heg uit te laten groeien.  De soorten met een * leveren eetbare vruchten. (De volgorde is alfabetisch op Latijnse naam.)

  • Veldesdoorn # -Acer campestre;
    Vormt goede dichte structuur en verdraagt knippen goed.
  • Haagbeuk # -Carpinus betulus;
    Zoals de Nederlandse naam al zegt zeer geschikt om een haág van te vormen. (Haagbeuk is geen beukensoort)
  • Kornoelje, rode en gele* -Cornus sanguinea & Cornus mas;
    Vormen een niet te dichte structuur en bloeien prachtig, de gele soms al in februari.
  • Hazelaar* -Corylus avelana;
    Heeft neiging op te groeien tot grote hoogte. Frequenter knippen voor dichte structuur.
  • Meidoorn, één- en tweestijlige -Crataegus monogyna & Crataegusleavigata;
    De éénstijlige meidoorn is met zekerheid de meest gebruikte struiksoort in traditionele heggen.
    De tweestijlige is geschikt om op schaduwrijke plaatsen te gebruiken.
  • Beuk #* -Fagus sylvatica;
    Bekend om zijn bladbehoud in de winter (beschutting),groeit traag.
  • Hulst # -llex aquifolium;
    Blijft gehele jaar door groen en dicht, verdraagt knippen goed.
  • Wilde appel #* -Malus sylvestris;
    Vroeger waarschijnlijk vaker in heggen gevonden. Nu zeldzamer maar wel zeer fraai in een haag.
  • Sleedoorn * -Prunus spinosa;
    De meest geschikte van de kersenfamilie. Vormt wortelopslag die in men in de gaten moet houden.
  • Wilde rozen *;
    Vrijwel alle wilde rozen (ca. 14 inheemse soorten) zijn geschikt om in een heg te gebruiken.   Lenen zich goed voor het invlechten.

 2.1.6 Verkrijgbaarheid

Leden van onze vereniging HHH en inwoners uit Heeze-Leende kunnen contact opnemen met contact@heiheghoogeind.ml
Wij kunnen u behulpzaam zijn en adviseren over soortkeuze, aankoop plantgoed, begeleiding aanplant enz.

U kunt rechtstreeks plantmateriaal bestellen bij:
Henk Heerschop
Zevenhuizen 8 5595XE  Leende
T 040 – 206 1547F 040 – 206 1978
M 06 – 3008 1409
info@leenderheim.nl
http://www.leenderheim.nl/


2.2 Planten

Het plantseizoen loopt in Nederland van november tot eind maart. Het mag niet vriezen of zoveel regenen dat het water in het plantgat blijft staan. Koop de planten vlak voor het uiteindelijke planten en kuil ze thuis direct in.
Ook bij kleinere hoeveelheden plantsoen is dit aan te raden; de wortels van de planten drogen snel uit en de schade is dan onherstelbaar. Ook ruim van tevoren uitgraven van de plantgaten of geul kan uitdroging Van het plantsoen tot gevolg hebben. Neem dus niet teveel hooi op uw vork en werk deel voor deel af.
Afhankelijk van de kwaliteit van de bodem kunt u ervoor kiezen een biologische bodemverbeteraar toe te voegen.  Voor het goed aanslaan van de heggen en vervolgens een Gezonde groei kan een goede organische meststof
onmisbaar zijn. Hierbij valt, bijvoorbeeld, te denken aan de biologische bodemverbeteraars en meststoffen van ECOstyle.

  •  Stap 1 
    Graaf een plantgat of geul die voldoende ruimte biedt
    (zowel in de breedte als in de diepte) voor de wortelpartij van de planten.
  •  Stap 2 
    Leg over enkele meters een aantal planten uit. Pas nadat deze meters geplant zijn, haalt u weer nieuwe planten.  Verdeel de planten over de lengte van de geul op een onderlinge afstand van circa 25 cm.
  •  Stap 3   
    Plaats nu de plant even diep als hij op de kwekerij heeft gestaan, dus zo dat alle wortels (inclusief wortelhals)  onder de grond verdwijnen. Dit zal ongeveer 30 cm bedragen. Bij erg arme grond kunt u humus toevoegen.  Druk de grond licht aan. Doe dit voorzichtig om te voorkomen dat de wortels teveel beschadigen.  Bij een bredere heg kunt u in een dubbele rij planten. Deze rijen liggen circa 30 tot 40 cm uit elkaar.  Het mooiste resultaat bereikt u door de planten in de beide rijen ten opzichte van elkaar te laten verspringen.
  •  Stap 4   
    Om uitdroging in een tuinsituatie te voorkomen geeft u na het planten regelmatig water.
  •  Stap 5   
    Na een jaar zult u gestorven haagplantsoen moeten vervangen (inboeten).
    Dit moet met dezelfde zorgvuldigheid gebeuren als hiervoor beschreven. U legt hier immers de wortels van een heg die u ver zal kunnen overleven.  De aanplant is één van de belangrijkste momenten in het leven van de heg en verdient dus uw volle aandacht.


3 Onderhoud

3.1 Knippen

Onder knippen verstaan we het jaarlijks in de gewenste vorm brengen van de heg.


 3.1.1 Frequentie

Om een heg over vele jaren dicht en ondoordringbaar te houden, dient u minimaal eenmaal per jaar te knippen. Om te voorkomen dat u hierdoor minder bloei heeft (veel struiken bloeien alleen op twee- of meerjarig hout) vlecht u vóór het knippen de nieuwe takken in. Daarover later meer. In veel delen van Nederland was en is het de traditie de zogenaamde knip- en scheerheggen tweemaal per jaar te knippen,namelijk in juni/juli en in september.  Vanwege mogelijke broedvogels in de top van de heg, moet u niet te vroeg in het voorjaar knippen.  Geregeld knippen en invlechten zorgt bovendien voor verjonging van alle in de heg aanwezige soorten.  Dus ook van de minder concurrentiekrachtige soorten. Zo krijgen alle soorten een nieuwe kans hun plekje in de heg te verdedigen.


 3.1.2 Werkwijze en knipvorm

Begin bij de grond en werk daarna omhoog. U voorkomt hiermee dat u takken afknipt die op de onderliggende takken blijven liggen. Door hun gewicht buigen ze deze takken door en wordt het moeilijk de door u gewenste vorm aan te houden. Deze steeds opgaande lijn dient altijd iets terug te wijken van de bodembreedte om de inval van de zon over de gehele oppervlakte van de heg te garanderen.
De onderkant van de heg wordt dus breder dan de bovenkant.
U kunt uit een aantal basisvormen kiezen zoals de trapeziumvorm, de driehoekvorm of de afgeronde vorm. Aan een noordzijde van een haag houdt u de hoek scherper dan aan de zuidzijde om ook hier zoveel mogelijk licht op te vangen (zie afbeelding 1). De uiteindelijke hoogte en breedte van de heg bepaalt u zelf en past u aan, aan de gewenste functie van de heg (bijvoorbeeld veekering of tuinscheiding).

 

afbeelding 1

 3.1.3 Knipgereedschap

Knippen doet u het beste met een ouderwetse heggenschaar. Om er optimaal plezier van te hebben moet u de schaar goed scherp houden. Ook machinaal aangedreven heggenscharen (elektrisch of benzine, of achter een tractor) geven een goed resultaat.  De tegenwoordig veel gebruikte klepelmaaiers, die honderden meters heg in een dag bijknippen, hebben een redelijk en zeker effectief resultaat. Voorwaarde is dat de chauffeur ervaring en vakmanschap bezit en weet waar hij mee bezig is.


 3.2 Snoeien

Onder snoeien verstaan we het periodiek (eens in de x-jaren) verwijderen van hele (ongewenste of oudere) takken uit een heg.


 3.2.1 Frequentie

Eens in de twee, drie en zelfs zes jaar snoeien levert bes- en bloemrijke hoge hagen op.  Maar het komt de levensduur en dichtheid van de haag niet ten goede. Ook produceert u een enorme hoeveelheid snoeimateriaal (voedselverrijking), dievervolgens weer problemen bij het afvoeren kan opleveren. Bij weinig snoeien zal de heg  zichzelf en daarmee ook zijn omgeving in de schaduw zetten. Dit heeft tot gevolg dat de heg aan de voet open en kaal wordt. Daarmee verliest hij zijn oorspronkelijke functie, namelijk die van (erf)afscheiding.


 3.3 Probleemkruiden.  “Onkruiden”

Als men al van onkruiden kan spreken in een heg, haag, of houtwal dan is het de vraag of verwijderen hiervan wenselijk is. Woekeraars als brandnetels, zevenblad, kleefkruid, en dergelijke zullen zeker de eerste jaren na aanplant voor problemen kunnen zorgen. In dat geval is het raadzaam deze dan ook met wortel en al af te voeren.  Bij andere probleemkruiden of grassen is het beter ze af te knippen en daarna af te voeren. Zorg ervoor dat in de zomer de grond onder een jonge haag niet bloot komt te liggen. Dit om uitdroging van de omgegraven grond te voorkomen.  Na volgroeiing van de heg zullen de probleemkruiden vanzelf plaatsmaken voor planten die op deze schaduwrijke plaatsen kunnen groeien.


 3.4 Ziektes en plagen

Virussen, bacteriën en schimmels kunnen een bedreiging vormen voor uw haagplanten.  In de meeste gevallen zal het verwijderen van de desbetreffende struik het verspreiden van de aandoening beperken.  Veel organismen vestigen zich op dood of wegkwijnend hout. Zij zijn dus niet de veroorzaker van de verzwakking of het afsterven. De struiken waren meestal al verzwakt voordat de schimmels of paddenstoelen verschenen. Deze verzwakking is te voorkomen door de juiste struik op de juiste plaats te planten.  Ook bij het gebruik van inheems plantmateriaal loopt u minder risico op gevoeligheid voor ziekten. Een gezonde bodem, een goede verzorging en bemesting verhoogt de weerstand van de planten, waardoor ziekten en plagen minder kans krijgen. Eventuele aantastingen kunt u bestrijden met de biologische producten van ECOstyle.
Overigens is niet ieder insect een ‘plaaginsect’: Veel schimmels en insecten horen in het ecosysteem van de heg thuis en kunnen andere organismen (bijvoorbeeld vogels) tot voedsel dienen.  Maak na het werk aan uw heg altijd uw gereedschappen schoon om verspreiding van ziektes (zoals bacterievuur)
te voorkomen.



4 Techniek, gereedschap en veiligheid

Een heg wordt een vlechtheg op het moment dat er door menselijk ingrijpen een horizontale of diagonale structuur aangebracht is. Dit kan op verschillende wijzen gebeuren en de heg kan talloze doelen dienen.


4.1 Invlechten en leggen

Vlechten kunnen we grofweg in twee grote groepen verdelen; namelijk het invlechten en het leggen van een heg.  Invlechten gebeurt door middel van ombuigen van takken. Leggen gebeurt door inkappen en ombuigen van een gehele struik.  Tussen deze twee bestaan ook nog combinaties en uitzonderingen,in de hoofdstukken 5 en 6 leest u er meer over.
Vlechten is gebaseerd op de natuurlijke reactie van een struik of tak om altijd naar het licht toe te groeien.  In de regel is dit recht omhoog. Door deze omhoog groeiende takken te vlechten of te leggen ontstaat er een horizontale structuur. De struik zelf zorgt voor de verticale structuur en zo vormen beide structuren samen een levend hekwerk.


 4.2 Gereedschappen

Bij het vlechten van heggen zijn veel typen gereedschap bruikbaar. Voorwaarde voor goed gebruik is dat het gereedschap altijd schoon en scherp is.

De hiep wordt gebruikt voor het opschonen van de heg, om de inkeping te maken voor het leggen van de struik en om de hak te verwijderen. Traditioneel gebruikte men een handslagmes dat in Europa veel verschillende namen kent, zoals Hiep (Nederland en België), Heilhippe of Hippe (Duitsland) en Hilihook ( Groot-Brittannië).  Deze hiep en hadden verschillende vormen.
Ze werden door plaatselijke smeden naar eigen goeddunken gemaakt en door overlevering eeuwen in stand gehouden.  Zo ontwikkelde zich een streekstijl in hiepen, vaak wel met dezelfde basisvorm.

Handslagmes of Hiep

afbeelding 2

 

Snoei- of velbijl
In plaats van een hiep kunt u ook een snoei- of velbijl gebruiken, afhankelijk van de dikte van de te leggen stam.
Zowel de bijlen als de hiepen kunt u met een wetsteen scherp houden.

 Snoei- of beugelzaag
Ook een snoei- of beugelzaag kan uitkomst bieden bij het leggen van een struik.
Deze dient ook weer schoon en scherp te zijn, roestige zaagbladen moet u onmiddellijk vervangen.

Motorzaag
Het gebruik van een motorzaag vereist ervaring. Ondeskundig handelen vormt zowel voor u als voor de heg een gevaar.
Voor het leggen van oude struiken kan het gebruik van een motorzaag echter uitkomst bieden.

Overig Gereedschap
Een snoeischaar en een slaghamer komen goed van pas bij het leggen van een heg. Bij de afwerking van de heg zijn dit
onmisbare gereedschappen. Een steekschop wordt meestal gebruikt bij het planten (scherp houden met wetsteen en vijl!),
maar ook een pikhouweel en een spit riek komen bij de heg van pas, bijvoorbeeld bij het verwijderen van bramen.


 4.2.1 Verkrijgbaarheid

Vrijwel al deze gereedschappen, met uitzondering van de traditionele hiepen, zijn in de betere tuin- en gereedschapswinkels te verkrijgen. Soms liggen er op rommelmarkten oude hiepen te koop. Betaal er niet teveel voor en beoordeel of de hiep goed in de hand ligt voordat u hem koopt.


 4.2.2 Onderhoud gereedschappen

Houd de wetsteen altijd bij de hand. Strijk in lange streken met de steen over het scherp van de snede.  Op deze manier verwijdert u alle aanwezige oneffenheden en ontstaat een glad oppervlak.  Periodiek moet u uw hiep en bijl ook op een slijpmachine of met een vijl in de oorspronkelijke vorm terug (laten) brengen. Scherp gereedschap is het halve werk en vergroot het werkplezier.  Om verspreiding van ziektes of schimmels te voorkomen dient u het gereedschap na gebruik altijd goed schoon te maken. Dit garandeert een langere levensduur van gereedschap en heg.


 4.3 Veiligheid

 4.3.1 EHBO

Misschien wel het belangrijkste dat u mee moet nemen als u een heg gaat vlechten, is een goed gevulde EHBO-doos aangevuld met een mobiele telefoon en een tekentang (verkrijgbaar bij drogist en apotheek).
Realiseer u altijd dat u met scherpe gereedschappen en doornen werkt.
Ook de veiligheid van omstanders en helpers moet gewaarborgd worden; houd afstand en houd elkaar in het oog.


 4.3.2 Kleding

Stevige kleding en schoeisel zijn zeker geen overbodige luxe als u aan een heg gaat werken.
Dikke lederen handschoenen en een veiligheidsbril horen hier ook bij.
Bij gebruik van motorzagen is de veiligheidskleding zelfs wettelijk verplicht.


5 Vlechten van een heg

 5.1 Tuynen (tuinen, tuunen,tunen)

Met tuynen van een heg wordt bedoeld dat men door toevoeging van dood hout een dichte en afsluitende heg creëert. Dit raamwerk van dood materiaal vormt de basis van het toekomstige vlechtwerk van de nog jonge struiken.  Aan beide zijden van de heg wordt een verticale structuur van dode takken geplaatst. Door horizontaal geplaatste binders worden deze takken samengeperst met de heg. De levende takken in de heg worden nu in een horizontale lijn gedwongen. Binnen de aangebrachte structuur van dood materiaal zal de heg nu vergroeien tot een levend hekwerk.  Aan de hand van de afbeeldingen bespreken we stap voor stap de basisprincipes van het traditionele tuynen.

Stap 1 & 2

Begin met het opschonen van de oorspronkelijke tuynheg of de nieuw aangeplante heg (één of twee jaar oud).

afbeelding 3a

Verwijder oud materiaal (binddraad, binders en vergane oude takken).
Snoei daarna waar nodig is.

 

afbeelding 3b

Stap 3

Plaats aan weerszijde van de heg gevorkte staken stevig in de grond. Zorg ervoor dat ze schuin naar buiten steken, zodat er een V-vormige ruimte ontstaat met in het midden van de inmiddels gesnoeide heg.

 

afbeelding 3c

Stap 4

Plaats nu in de ontstane ruimte fijner snoeimateriaal. Doe dit in verticale richting (eventueel in de grond duwen), totdat er een gelijkmatige en dichte structuur ontstaat.

afbeelding 3d

Stap 5

Plaats nu als laatste het horizontale bindmateriaal aan beide zijden van de heg. Trek en pers tot deze, door de heg heen, stevig aan elkaar verbonden kunnen worden. De gehele heg drukt nu tegen elkaar aan waardoor u de gewenste dichte
structuur bereikt. Minder dichte plaatsen opvullen met snoeimateriaal.

 

Afbeelding. 3e


 5.1.1 Tuynstijlen

Met een tuynheg kan men een smalle, maar toch dichte afscheiding bouwen met een -ook op langere termijn – mooi resultaat. Veel vogels, insecten en andere dieren zullen de tuynheg bezoeken om er een schuilplaats en voedsel vinden.

De zoete tuyn

De van oorsprong Zuid-Limburgse zoete tuyn was en is hier en daar opgebouwd uit materiaal zonder doornen: hoofdzakelijk hazelaars, essen, wilgen en lijsterbessen. Deze doornloze tuyn is zeer kindvriendelijk en past uitstekend rond tuinen en erven.

De gewone tuyn

De gewone tuyn werd op dezelfde wijze opgebouwd als de zoete tuyn, maar  hierin verwerkte men snoeimateriaal van doornhagen die men speciaal voor dit doel omhoog liet schieten. Omdat deze een veel grovere takkenstructuur
bezitten dan bijvoorbeeld de wilgen in de zoete tuyn, was de eerste opzet van de tuyn breder.  Hierdoor kostte het opzetten van de verticale staken en het samenpersen veel meer kracht.  Voor dit werk ontwikkelde men een zogenaamde heggen-klamatsch. Dit is een stuk gereedschap dat zowel duwt als trekt en op verschillende diktes geborgd kan worden, waardoor men de hele heg geleidelijk samendrukt.  De gewone tuyn kwam men veelal tegen in het gebied buiten de directe woonomgeving.  Tegenwoordig worden onder de noemer tuynen of tuinen, tuunen e.d.) nog andere vormen van vervlochten takken samengevat. Hieronder gaan we daar kort op in.

 Smalle tuyn

De laatste jaren is er veel belangstelling voor een natuurlijke schutting, die gelijk al een hoogte heeft van zo’n twee meter.  Wij hebben deze vorm van tuinscheiding de smalle tuyn gedoopt.  Tussen de jonge heggenstruiken plaatst u in verticale richting lang snoeimateriaal.  Daar vlecht u vervolgens horizontaal tenen doorheen, zodat een raamwerk ontstaat. Om snel hoogte te krijgen vlecht u hier uw struiken doorheen. Hierin kunnen zich spontaan al snel struiken en andere heggenplanten vestigen. Ook kunt u wilgentenen in de grond steken, waarna ze wortel schieten en zo leven in de heg brengen. Deze methode van insteken, ombuigen en invlechten van wilgentenen en struiken dient u jaarlijks bij te houden.  Wilgen kunnen namelijk niet goed tegen knippen en zullen binnen enkele jaren afsterven of slechtere groei gaan vertonen.

 Wilgenmatten of hurdels

Een aantal verticaal geplaatste paaltjes met daarin horizontaal gevlochten wilgentenen noemen we wilgenmat of hurdel. Deze heg vormt een dicht scherm maar verliest door wegrotten van de tenen, relatief snel (na zeven tot acht jaar)  zijn stevigheid. Door de dichtheid van het scherm hebben  maar weinig planten de kans op te groeien tot een volwassen heg.


 5.2 Invlechten

Onder invlechten van een heg verstaat men het horizontaal terugvlechten in de heg van omhoog en zijwaarts groeiende takken.
Dit is een handeling die u het gehele jaar kunt doen, al is het verstandiger om het niet in de lente en zomer te doen vanwege de broedvogels en een overdaad aan blad. Alle takken die aan de boven- of zijkant uit de heg groeien probeert u in de lengterichting in de bestaande structuur vast te vlechten. U kunt dit in een getuynde, een gelegde of een nog onbewerkte jonge heg toepassen. Bedenk wel dat alle takken die u met de top naar beneden vastmaakt het op den duur niet gaan redden. Dit komt door de ophoping van afvalstoffen in de takken, die vervolgens niet meer door zwaartekracht afgevoerd worden.
Als u de takken minimaal eens per jaar invlecht, heeft u snel een gesloten geheel. Ook blijft de heg zich verjongen en ontstaat voor veel bloeiende struiken een grotere kans op bloem- en vruchtvorming.
Als laatste knipt u de takken die zich niet laten vlechten aan beide zijden van de heg in de gewenste vorm.  De volgende hergroei zal zeker wel in te vlechten zijn en behouden blijven in de heg.  Deze wijze van heggenvlechten werd vroeger in tuynheggen gebruikt om de horizontale structuur te bevorderen.  Vooral rozen en hazelaars lenen zich zeer goed voor deze methode en men kan zo een zeer dichte en toch smalle heg creëren. Het invlechten vergt veel tijd maar biedt ook een navenant resultaat.


6 Leggen van een heg

 6.1 Algemene techniek

Het leggen van een heg is een techniek die zich in Noordwest-Europa in de laatste twee- tot drieduizend jaar ontwikkeld heeft. Stap voor stap geven we hier een werkbeschrijving voor het leggen van een heg. Uitgangspunt is een heg in een ideale situatie; dus een heg in gezonde staat, niet te oud en circa tweemaal zo hoog als de heg die men uiteindelijk wil. Dit laatste is nodig omdat door toepassing van deze techniek, de hoogte circa 50% vermindert.

 Stap 1
Verwijder al het afval en alle ongewenste struiken uit de heg, zoals vlieren, bramen of esdoorns.
Pas vooral op voor oud prikkeldraad en krammen of spijkers.
Deze kunnen een fatale uitwerking hebben op de scherpte van uw gereedschap.
Maak ook de bodem van de heg schoon, zodat u een vrije werkplek heeft en de struiken goed bereiken
en bekijken kunt.

Stap 2
Verwijder alle stammen en takken die onbruikbaar of niet nodig zijn. Takken kunnen bijvoorbeeld vastgegroeid zitten
in andere struiken of in zeer slechte staat zijn. Zorg ervoor dat iedere te leggen struik vrij staat van de struiken ernaast.
Haal ook zoveel mogelijk dood materiaal uit de struiken. Dat is nodig om de hergroei van volgend seizoen alle ruimte te
geven en eventuele schadelijke schimmels te verwijderen.

Stap 3
Snijd nu de stam van de eerste struik in een schuine hoek naar beneden, zodat u de stam tot minimaal tweederde gespleten heeft. Zorg ervoor dat u voldoende levend materiaal overhoudt om de stam te kunnen blijven voeden
(zie afbeelding 4).
Gebruik voor het snijden een hiep, bijl of zaag. Uw smaak en ervaring en de afmeting van de stam bepalen de keuze van gereedschap.  Ga bij het insnijden voorzichtig te werk. Iedere struik heeft zo zijn eigen gebruiksaanwijzing en het vergt veel ervaring voordat u een struik onmiddellijk goed beoordeeld en foutloos een hele heg kunt leggen. Als het nu eens fout gaat, zorg dan dat u de stomp van de afgescheurde struik goed en netjes vlak boven de grond afzet, zodat regenwater er onmiddellijk afstroomt.  Op deze manier voorkomt u het in rotten van de wortel.
Neem de eerste keren ruim de tijd, bekijk elke struik afzonderlijk en bepaal per struik de wijze van handelen.  Het zal u opvallen dat u verschillende soorten struiken ook op verschillende manieren moet leggen; het hout kan stug zijn (bijvoorbeeld meidoorn) of bros en hard (bijvoorbeeld beuk en eik) of juist zeer soepel en veerkrachtig (bijvoorbeeld es).

Stap 4
Nu kunt u de stam in de gewenste hoek brengen door hem langzaam te buigen. Probeer dit in een zo geleidelijk mogelijke beweging te doen, om plotseling breken tegen te gaan. Pas in ieder geval geen grof geweld toe op de stam, maar buig geleidelijk en kap eventueel de snede nog dieper in om de buiging te bevorderen.

Stap 5
Het deel dat nu nog op de onderstam rechtop staat, heet de hak.
Om ongewenste hergroei tegen te gaan moet u de hak verwijderen. Bovendien verjongt hierdoor de onderstam zich richting de wortelhals, hetgeen belangrijk is voor de toekomstige hergroei op de onderstam.  Zaag de hak af in het verlengde van de gelegde stam, zodat er aan de zijkant van deze hak een driehoeksvorm
aan bast overblijft. Op deze driehoekige resthak zal de komende jaren de belangrijkste hergroei plaatsvinden die weer materiaal oplevert voor later vlechtwerk.

 

afbeelding 4

Stap 6
Na het leggen van een aantal stammen kunt u nu staken aanbrengen in of naast de heg (afhankelijk van de stijl) . Deze staken moeten de heg fixeren en zo voorkomen dat hij door bijvoorbeeld een storm zijwaarts omgedrukt wordt en afbreekt. Het duurt geruime tijd voordat een heg door wondvergroeiing voldoende sterk is om dit soort krachten, zonder staken, aan te kunnen.

afbeelding 5

Stap 7
Nadat u deze stappen enkele malen heeft herhaald en u na ongeveer iedere 50 cm een staak in de heg geslagen heeft,
kunt u bovenop de heg een afbinding van hazelaar of wilg aanbrengen. Door het vlechten van een streng voorkomt
u dat de gelegde heg zich in de eerstvolgende lente gaat oprichten. Tevens kunt u met behulp van de streng
de heg in de gewenste vorm en hoogte brengen. (Zie paragraaf 6.2 voor verdere uitleg over het aanbrengen van strengen.)
Tenslotte kunt u de staken dieper de grond in slaan en op gelijke hoogte schuin afzagen.

Stap 8
Als laatste stap werkt u de laatste uitstekende takken nog weg door ze in de heg te vlechten of weg te snoeien.


6.2 Het gebruik van strengen als borg op een heg

Een streng geeft structuur en stevigheid bij gelegde heggen.
Bovendien voorkomt de streng dat struiken zich in het voorjaar, als de sapstroom weer op gang komt, gaan oprichten.
Om een goed en stevig resultaat te krijgen moeten de wilgen- of hazelaarbinders lang en recht zijn.

Stap 1
Begin aan de bovenzijde van de heg met het invlechten van de streng.
Op de eerste staak brengt u drie binders aan: twee aan de achterzijde en één aan de voorzijde.
Vlecht de binders over de volle lengte beurtelings voor- en achterlangs om de staken heen.
Zo komt er spanning op de staken te staan en kunt u deze in een rechte lijn brengen.

Stap 2
Bij de tweede staak brengt u nu een volgende binder aan. U doet dat door deze binder onder de bovenste twee daar al liggende binders door te steken. Vlecht deze gehele binder ook weer beurtelings, voor- en achterlangs de staken, over de daar al gevlochten binders heen. Op deze manier gaat u de hele heg langs, totdat alle staken van een nieuw toegevoegde binder zijn voorzien (zie afbeelding 6).

afbeelding 6

Stap 3
De laatste binders gaan over de laatste drie tot vier staken in tegen gestelde richting om een stevig geheel te vormen met de rest van de zojuist gelegde heg.

Stap 4
U kunt de streng nu gebruiken om de heg op gewenste hoogte te brengen.
U doet dit door de streng naar beneden te slaan.

Stap 5
Na het invlechten en op hoogte brengen van de streng kunt u de staken tot de gewenste diepte inslaan en zonodig de uitstekende delen afsnoeien.

Stap 6
Bekijk het resultaat en breng. zonodig, de laatste veranderingen aan om tot een zo mooi mogelijke eindresultaat te
komen. De heg is nu klaar!

De hierboven beschreven stijl van binderstreng gebruik is één van de vele vormen die traditioneel gebruikt werden in
gebieden waar men over het benodigde materiaal beschikte.
Het is de meest eenvoudige en toch effectieve wijze van binden. Er bestaan ook nog stijlen met veel zwaardere
bindingen en met grotere aantallen binders per staak.
Maar het gaat een beetje ver die hier te beschrijven.


6.3 Grote en meerstammige struiken.

Bij het leggen van grotere struiken kunt u tegen een aantal problemen aanlopen. Al met al zult u iedere struik met een ongebruikelijke vorm of grootte afzonderlijk moeten bekijken.


6.3.1 Dikke stammen

Als de stam te dik is om in één keer te buigen, kunt u met behulp van een tweede snede de spanning op de stam wegnemen.  Zo ontstaat er ruimte om de eerste snede op de juiste diepte te brengen en om vervolgens de stam alsnog te buigen.
Ook kunt u er voor kiezen de gehele struik aan één zijde los te maken van zijn wortels en dan de gehele struik met wortelstronk en al in zijn toekomstige positie leggen. De afgekapte wortelstukken moeten net als de eerder genoemde
hak verwijderd worden.


6.3.2 Meerstammigheid

Bij meerstammigheid zult u een keus moeten maken tussen de stammen.
Selecteer op vitaliteit en vorm van de stam. (Let daarbij op rotte plekken en legrichting!) De uitgekozen stammen kunt u nu afzonderlijk gaan leggen. Gaten die tijdens het leggen in de heg ontstaan, kunt u opvullen met dood snoeimateriaal. Als er voldoende ruimte is kunt u ook nieuwe struiken bijplanten die u in de toekomst weer gaat leggen.


6.3.3 Voormalig gelegde stam of struik

In een oude vlechtheg kunnen nog oude, voorheen gelegde struiken voorkomen. Deze kunt u, indien gewenst,
nogmaals leggen. U begint met het omlaag brengen van de oorspronkelijke stam,
zodat deze plat op de grond komt te liggen. Daarna legt u alle struiken die hier verticaal bovenop
gegroeid zijn, één voor één (als individuele struiken) in de richting van de beoogde heg. (Zie afbeelding 7 )

afbeelding 7


7 Legstijlen

In verschillende delen van Europa zijn verschillende stijlen van gelegde heggen terug te vinden. De grote verscheidenheid van stijlen, in een relatief klein gebied, geeft aan dat er overal in de van oudsher behaagde gebieden een vorm van vlechten, leggen, of tuynen toegepast is om vee te keren.  Zo werden regiospecifieke stijlen ontwikkeld die op een paar kilometer afstand onderling sterk konden verschillen. Kenmerkend voor alle stijlen is dat ze aangepast werden aan de functie die ze moesten vervullen en aan de eigenschappen van het betreffende gebied. Pas uw eigen heg aan, aan het doel dat hij zal dienen.  Als u voor een regelmatige verjonging van uw heg zorgt, zullen vele generaties na ons er nog van kunnen genieten.


7.1 Tweezijdig kerende heg

Als u een heg legt volgens de in hoofdstuk 6 beschreven -en afgebeelde -algemene techniek, ontstaat er een tweezijdig
kerende heg. Deze tweezijdige vlechtwijze is de meest gangbare stijl in Nederland (en overige delen van Noordwest-Europa).
Doordat de gelegde struiken aan beide zijden door doorntakken worden afgeschermd is de heg aan beide zijden veekerend.


7.2 Eénzijdig kerende heg

Indien u een heg slechts aan één zijde veekerend wilt hebben -bijvoorbeeld omdat zich aan de andere zijde een akker of weg bevindt -kunt u overgaan tot de éénzijdig kerende stijl.  Dit komt erop neer dat u bij het leggen alle twijgen naar één zijde van de heg buigt.  Doordat de ‘onbeschermde’  zijde goed in het licht komt, kan deze aan de basis vrij opgroeien.
Op afbeelding 8 (hovenaanzicht) is het verschil tussen de tweezijdig kerende en de éénzijdig kerende heg te zien.

afbeelding 8

7.3 Kruisheg

In enkele regio’s wordt een heg kruislings gelegd (afbeelding 9).
De struiken zijn zodanig ‘om en om’ rechts en links gelegd, dat een ruitstructuur ontstaat met hoge sierwaarde.
De stammen zullen {als ze van gelijke soort zijn) in de loop der jaren prachtig met elkaar vergroeien.

afbeelding 9

8 Bronvermelding:

8.1 Bronnen

Met aanpassingen door de webbeheerder:
Teksten zijn, met toestemming van de auteur Jef Gielen, ontleend uit de bijlage: “Handleiding heggenvlechten”
van het boekje “Een vlechtheg heeft geen haast”; auteur Thomas van Slobbe


9 Wilt u meer informatie:

9.1 Voor leden en inwoners uit Heeze-Leende

Leden van onze vereniging HHH en inwoners uit Heeze-Leende kunnen contact opnemen met contact@heiheghoogeind.nl
Wij kunnen u behulpzaam zijn en adviseren over soortkeuze, aankoop plantgoed, begeleiding aanplant enz.
U kunt ook rechtstreeks contact opnemen met ons HHH-lid Roel Winters:  040-2061384;  E-mail: Roel Winters die de vlechtheggen in Leende weer heeft geïntroduceerd.

9.2 Meer info op deze website:

Meer informatie over de workschop gehouden in januari 2007: Activiteiten/ Cursussen 2007/ Vlechtheggen
Een korte foto impressie van de workshop gehouden in januari 2007: Fotoalbum / Activiteiten / Cursussen 2007/ Vlechtheggen    TODO


Meer externe info over vlechtheggen:

Stichting waarde.nl
Engelstalige site over vlechtheggen

Geef een reactie