De patrijs, klant van de akkerrand. Achtergrondinformatie bij de lesbrief voor kinderen.

De patrijs, klant van de akkerrand. Achtergrondinformatie bij de lesbrief voor kinderen. - PDF

download

of lees de tekst hier onder

De Europese Unie heeft in 2002 afgesproken om het verlies aan biodiversiteit vóór 2010 te stoppen. De gemeente Heeze-Leende beloofde dat in 2008 en benoemde in 2010 de patrijs tot ambassadeur van haar gemeente. De “Vrienden van de Patrijs” besloten in 2010 te gaan proberen het akkerlandschap in onze gemeente, samen met grondeigenaren, zodanig in te richten dat de patrijs weer meer te zien en te horen zal zijn.

Biodiversiteit, wat is dat?

Biodiversiteit betekent de maximale verscheidenheid aan soorten planten en
dieren die op een bepaalde plaats op aarde onder de meest gunstige
omstandigheden van nature voorkomt. Die dieren en planten zijn daarbij
buitengewoon van elkaar afhankelijk.
Water, bodem, temperatuur en de voedselrijkdom bepalen welke soorten planten
en dieren, de biodiversiteit, op een bepaalde plek op aarde kunnen leven.
Heeze–Leende ligt op zandgrond. Op die zandgronden vinden we akkers,
weilanden, wegen en natuurgebieden. Het gebied wordt doorsneden door beken.

Bijvoorbeeld: Planten dienen als voedsel voor dieren. Dieren helpen ieder jaar
opnieuw de planten te bevruchten. Daarbij hebben veel bloemen de hulp nodig van insecten. Bijen, wespen, zweefvliegen, vlinders en kevers hebben voor zichzelf en hun jongen nectar en stuifmeel als voedsel nodig. Insecten zorgen ervoor dat ze met het stuifmeel van de vorige bloem, dat aan hun lijf is blijven hangen, de volgende bloem kunnen bevruchten. Daardoor kan de bloem zaad maken. Dieren zorgen soms ook voor de verspreiding van de zaden.

Om het nog ingewikkelder te maken vind je onder de insecten echte specialisten.
Ze zijn afhankelijk van een of enkele plantensoort. Soms zijn de monddelen van
insecten aangepast om de nectar en stuifmeel mee te kunnen nemen.
Nachtvlinders hebben bijvoorbeeld een lange roltong zodat ze de nectar uit
trechtervormige bloemen kunnen halen zoals de teunisbloem en de kamperfoelie.
Hommels zijn sterk en halen de nectar uit bloemen door een gat te bijten in de
bloemkelk bijvoorbeeld dopheide. Zweefvliegen hebben een korte tong en kunnen
makkelijker bij de nectar van schermbloemen.
Soms gaat een specialisatie zover dat het insect leeft in de bloeitijd van een voedselplant en waardplant.

  • Het oranjetipje legt zijn eitjes op de
    pinksterbloem, look zonder look en
    judaspenning en is dus ook alleen in het
    vroege voorjaar te zien.
  • De grijze zandbij leeft alleen van maart tot
    mei omdat dan de wilg, zijn voedselplant,
    bloeit. De grijze zandbij helpt om de
    bloemen van de wilg te bevruchten. Zonder
    wilg zou de grijze zandbij geen
    nakomelingen kunnen krijgen omdat hij de
    nectar en het stuifmeel van de wilg als
    voedsel nodig heeft
  • Het hooibeestje dat in graslanden leeft zet zijn eitjes af op dor gras.
  • De kleine parelmoervlinder zet zijn eitjes op het akkerviooltje af.

Omdat er veel soorten planten zijn hebben we ook veel soorten dieren.
Onder de dieren vind je vleeseters, planteneters en alleseters. Vleeseters eten
echter dieren die uiteindelijk toch planten eten. Conclusie: Zonder planten zijn er
geen dieren. Dieren eten verschillende soorten planten. Zonder insecten kunnen
veel planten niet leven en omgekeerd geldt dat ook. Planten kunnen niet zonder
dieren, zoals insecten, overleven. Dat je van elkaar afhankelijk bent noemen we
een ecosysteem. (Dat kun je zien op de poster van de patrijs). Alle verschillende
ecosystemen van de wereld vormen samen de biodiversiteit: het leven op aarde
dat uit een groot aantal verschillende planten en dieren bestaat. Om in leven te
blijven zijn ze van elkaar afhankelijk. Gaat het niet goed met de natuur, de
biodiversiteit, dan is dat uiteindelijk ook voor ons slecht.

Hoe gaat het met de biodiversiteit in Heeze-Leende?

Door menselijke activiteiten hebben ook hier veel soorten planten en dieren het
moeilijk. Een van de soorten waar het, in het agrarisch landschap, slecht mee gaat is de patrijs. Door het verdwijnen van kruidenrijke akkerranden, bermen en
struwelen vinden ze geen voedsel en bescherming meer. Dat komt door de afname van het aantal planten- en insectensoorten op de akkers en de omliggende natuur.
De ”Vrienden van de Patrijs” in Heeze-Leende hebben afgesproken daar wat aan
te gaan doen.

Samen werken aan de biodiversiteit in Heeze-Leende.

De “Vrienden van de Patrijs” zijn gaan zoeken waar nog patrijzen leven.
Vervolgens hebben ze grondeigenaren (agrariërs, Brabants Landschap, de
gemeente Heeze-Leende, bedrijven en particulieren) in de omgeving gevraagd of
zij een akkerrand of wegberm voor de patrijs willen aanleggen. Samen willen we
ervoor zorgen dat er meer patrijzen komen door verbetering van A voedsel- en B
beschermingsmogelijkheden.

A. Hoe zorgen we voor meer voedsel?

Daarvoor hebben we akkerranden en wegbermen, de randen van wegen en
fietspaden, nodig. Bij goed beheer bestaan ze uit hoge en lage planten, zoals
granen, grassen, bloemen en kruiden. Als er veel soorten planten in groeien en in
bloei staan komen er insecten op af voor de nectar of om er eitjes op achter te
laten. De kuikens van de patrijs leven de eerste drie weken alleen van insecten.
Insecten zijn dus superbelangrijk. Zijn er geen of weinig insecten dan gaan de
meeste kuikens dood.
Na 3 weken gaan de kuikens behalve insecten ook zaden eten. Door veel
verschillende soorten planten in de berm en akkerrand te bevorderen zijn er altijd
zaden en insecten vinden (zie voorplaat).

Hoe kunnen grondeigenaren helpen?

Meer voedsel krijg je door:
o De bermen en akkerranden niet te bemesten waardoor er meer soorten
bloemen en grassen in kunnen voorkomen.
o Ruige stukjes te laten staan.
o In het voorjaar maximaal een derde deel van de akkerrand opnieuw in te
zaaien. Zodat de rand zaadrijk en aantrekkelijk blijft voor insecten.
o Maar 1 keer per jaar, en liefst in augustus, maximaal een derde deel te
maaien.
o Zandpaden niet te verharden zodat veel insecten daar hun nesten kunnen
maken.
De patrijs wordt ook geholpen door de aanleg van kleine stukjes zand, op zonnige
plekken, in de akkerrand en berm. Daar kunnen ze een zandbad nemen.

Kun jij ook helpen?

De patrijs komt niet de tuin voor maar heel veel soorten planten, insecten, vogels
en zoogdieren wel. Jij kunt helpen de biodiversiteit te vergroten door:
o Bloemen in je tuin te zetten die veel insecten aantrekken.
o Kruiden en verschillende soorten grassen te laten groeien waar insecten op
af komen.
o Laat insecten leven. De meeste insecten steken niet.
o Niet het hele grasveld maaien maar kleine stukje gras alleen in augustus te
maaien.
o Afgestorven planten en grassen ook in de winter te laten staan.

B. Hoe beschermen we de patrijzenouders en hun kuikens?

Een patrijs kan beschermt zich door onder bramen of hoog gras weg te kruipen.
Het leven van de patrijzenkuikens wordt bedreigd door mensen, honden, katten en natuurlijke vijanden. Patrijzen en hun kuikens moeten kunnen wegduiken in
struiken met doornen. Grondeigenaren kunnen ervoor zorgen dat de
patrijzenouders en kuikens zich kunnen beschermen door:
o Veel soorten planten in de berm en in de akkerrand te laten groeien die ook
in hoogte verschillen.
o Bermen en akkerranden in drie gedeeltes te maaien. Zo krijg je een
afwisseling van één, twee en driejarig bloemrijke, gras en kruidenrijke en
ruige gedeelten.
o Hagen aan te planten langs akkers en wegen.
o Kleine bosjes van doornige struiken, niet hoger dan 2 tot 3 meter, in het
akkerlandschap te laten groeien.

Kun jij ook helpen?

Jij kunt zorgen voor bescherming door:
o In de natuur en langs akkerranden met je hond of kat aan de lijn rond te
lopen.
o Een haag van bijvoorbeeld beuk, taxus, meidoorn of Spaanse aak om je
tuin te laten groeien waar dieren zich kunnen verstoppen of een nest
kunnen bouwen.
o Een hoekje in je tuin met tuinafval te maken waar de dieren zich kunnen
verstoppen.

Hoe helpen we de patrijs de herfst en winter door?

Als de kuikens groot zijn blijven ze bij hun vader en moeder. De familie patrijs blijft
in de zomer, de herfst en de winter bij elkaar. Dan moeten ze natuurlijk nog steeds voedsel kunnen vinden en schuilplaatsen hebben. Grondeigenaren kunnen daarbij helpen door:
o De bermen en akkerranden niet meer helemaal te maaien. Door stroken
berm lang te laten kan de patrijzenfamilie ook in de winter zaden en
overwinterende insecten vinden.
o De akkerranden met bloemen, zaden en insecten niet, in de herfst en in de
winter, om te ploegen.
o Voor bescherming te zorgen (zie hierboven).

Hoe kun jij de natuur helpen?

Door thuis:
o Uitgebloeide bloemen in je tuin niet af te knippen in de herfst of in de winter.
En als je ze gedeeltelijk in het voorjaar afknipt leg ze op een zonnige plek in
je tuin, dan kunnen de insecten die erin leven nog ontsnappen.
o Kleine stukjes gras lang te laten. Daar gaan dan vlinders, rupsen en heel
veel andere insecten in leven.
o Luizen, slakken en mossen niet dood te maken of op te ruimen. Luizen
worden door andere insecten en vogels gegeten. Vogels eten ook graag
slakken en in mos kunnen heel veel insecten overwinteren.


Een roodborstje eet een insect.
Een lijster die slakken opeet.
Een lieveheersbeestje dat een luis opeet.

En als er dan meer patrijzen zijn?

Stel je voor dat er meer patrijzen blijven leven doordat ze het hele jaar door meer
voedsel hebben en zich beter kunnen beschermen. Dan hopen we dat ook de boer naast de akker waar de patrijzen zitten mee gaat doen en ook een akkerrand voor de patrijs gaat aanleggen. Zo moet er een netwerk van randen ontstaan waar 6 patrijzen zich veilig voelen. We hopen dat het zover komt dat ook jij een patrijs kunt zien als je langs de akkers in onze gemeente loopt.
Je begrijpt natuurlijk wel dat grondeigenaren voor het werk dat ze doen om de akkerrand aan te leggen betaald moeten worden. Samen met de provincie Noord-Brabant en de Gemeente Heeze-Leende zijn er tot het jaar 2013 afspraken gemaakt. Daarna komt er een nieuwe afspraak om de grondeigenaren te betalen voor het beheer van akkerranden, hagen en bosjes.

En de resultaten?

We willen graag meteen weten wat de resultaten zijn. Maar in de natuur werkt dat
niet zo snel. We kunnen je wel vertellen dat we hopen dat het verlies aan
biodiversiteit afneemt. Wat betekent dat dan? Dat er meer soorten planten,
insecten, vogels (bijvoorbeeld de veldleeuwerik, gorzen, putters ) en zoogdieren
(muizen, egels, wezels) komen. Maar ook moet er sprake zijn van een gezonde
populatie. Als maatlat kijken we naar de patrijs. Neemt het aantal toe dan gaat het
ook beter met de biodiversiteit in onze gemeente.

Om de patrijs te behouden in Heeze-Leende, Sterksel en Leenderstrijp betekent dit dat we veel hulp nodig hebben van iedereen. Niet voor 1 jaar of 2 jaar maar voor langere tijd. We hopen dat de natuurgebieden om Heeze, Leende, Sterksel en Leenderstrijp door akkerranden, bermen, beken en poelen met elkaar verbonden worden en dat we weer overal patrijzen zien. Zo kunnen planten, vlinders, kevers, hagedissen, reeën, patrijzen en marters zich veilig verplaatsen en op zoek gaan naar een nieuw mannetje of vrouwtje, voedsel of een veilige woonplek. Dan zijn we er echt samen in geslaagd om de biodiversiteit in Heeze-Leende te helpen.

Wil je mee doen aan het project Vrienden van de Patrijs neem dan contact op met
het IVN www.ivn.nl/heeze-leende of de plattelandsvereniging Hei, Heg&Hoogeind
www.hei-heg-hoogeind.dse.nl .  (red heiheghoogeind.nl na eind 2019)
Voor meer informatie over biodiversiteit kijk op de website van de provincie NoordBrabant: www.biodiversiteitbrabant.nl. Daar zie je hoe ook jij een verklaring kunt ondertekenen om mee te doen aan Countdown 2010 (in deze verklaring worden afspraken gemaakt over de biodiversiteit in Europa).
Het project “Vrienden van de patrijs” wordt mede mogelijk gemaakt door IVN HeezeLeende, Plattelandsvereniging Hei, Heg & Hoogeind, Brabants Landschap, Gemeente Heeze-Leende, Provincie Noord-Brabant, Reconstructie Boven-Dommel, Waterschap de Dommel, Wildbeheereenheid “De Baronie van Cranendonck” en ZLTO Kempen Zuidoost.
Het project loopt van 2010 tot en met 2012

Geef een reactie