Natura 2000

Inrichtings- en beheersvisie  voor het Leenderbos

 Korte omschrijving project

Introductie

Het Leenderbos ligt ten oosten van Valkenswaard, waar boeren vroeger een moeizaam bestaan leidden op de arme zandgronden. Het gebied is echter sinds de middeleeuwen bekend bij de Europese vorstenhuizen vanwege de valkenvangst en de in de aangrenzende dorpen  wonende valkenvangers.

Tot 1930 was het huidige  Leenderbos  een uitgestrekt open gebied met heide en zandverstuivingen. Op de flanken van de heide liggen de natte beekdalen van de Strijper aa en de  Tongelreep.

Aan het begin van de 20e eeuw was de heide niet meer nodig voor de bemesting  van de akkers.  Door de opkomst van kunstmest waren heideplaggen en schapenmest overbodig geworden. Het gebied verwaarloosde en werd door Staatsbosbeheer aangekocht, en in het kader van de werkverschaffing  grotendeels bebost.  Het Leenderbos was een typisch productiebos, zoals ze ook elders in Nederland zijn  aangelegd, vooral gericht op het leveren van hout voor de mijnbouw, zij het met heel eigen trekjes.

Natura 2000

Het Leenderbos is in combinatie met de Groote Heide en De Plateaux aangewezen als Natura 2000 gebied voor habitattypen en soorten die verbonden zijn met de hoger gelegen heides, de beekdalen en de overgangen daartussen. Voor veel van deze habitattypen en soorten vraagt het Natura-2000 beleid om een uitbreiding van het oppervlakte en een verbetering van de kwaliteit. Dit vraagt om ruimtelijke ingrepen in het gebied.

Natte natuurparel Leenderbos

In opdracht van de provincie Noord-Brabant werkt “Waterschap de Dommel”  aan het herstel van de zogenaamde Natte natuurparel Leenderbos. Een flink deel van de informatie die het waterschap hiervoor moet verzamelen en verwerken is aan gelijk aan hetgeen voor de inrichtings- en beheersvisie nodig is. Dit is voor het waterschap aanleiding geweest  de planvorming voor de natte natuurparel onder te brengen in het proces van het  hier beschreven inrichtings-  en beheersplan.  Specifieke onderdelen zoals de hydrologische modellering en het doorrekenen van scenario’s blijft het waterschap zelfstandig uitvoeren, en ook de formele vaststellingsprocedure voor de Natte natuurparel blijft  onder de volledige verantwoordelijkheid van het waterschap.

Belvedère

Het Leenderbos is een zogenaamd Belvedèregebied. Van 1999 tot en met 2009 heeft het programma Belvedere de inzet van cultuurhistorie bij ruimtelijke transformaties gestimuleerd. De cultuurhistorie in de leefomgeving – van een gebouw, een structuur of een gebied – kan immers vaak kwaliteit en betekenis toevoegen aan ruimtelijke ontwikkelingen. Het  Stimuleringsfonds voor Architectuur heeft aan de opstelling van dit inrichtingsplan een belangrijke financiële bijdrage toegekend, om dit ook voor het Leenderbos te bewerkstelligen.

Ruimtelijke opgave Leenderbos

Los van de Natura 2000 aanwijzing  had het  Leenderbos al de bestemming natuur. De realisering van de toegekende natuurtypes en het feit dat delen van het gebied zijn aangewezen als ‘Natte Natuurparel’ vroeg  al om ingrepen in het gebied.  Bovendien is het gebied rijk aan cultuurhistorische waarden, die verbonden zijn met de ecologische waarden. Deze waarden moeten worden behouden en zo mogelijk beter zichtbaar en beleefbaar worden gemaakt .

Daarnaast is het Leenderbos een belangrijk uitloopgebied voor Eindhoven en in mindere mate Helmond.

Tenslotte liggen er in het gebied landbouwenclaves met beperkte ontwikkelingsmogelijkheden door de ligging in de EHS en/of Natte Natuurparel, dan wel  vanwege  de Natura 2000 status van het Leenderbos. We zoeken in het inrichtingsproces naar duurzame ontwikkelingsmogelijkheden voor de landbouw, bijvoorbeeld in de vorm van particulier natuurbeheer.

In het gebied spelen derhalve de volgende ruimtelijke opgaven:

  • Systeemherstel; verbetering abiotiek (bodemkwaliteit, maar vooral aanpak van de opgetreden verdroging is cruciaal)
  • Uitbreiding oppervlakte habitattypen en  -soorten
  • Noodzaak tot verbeteren waterkwaliteit en kwantiteit (waterberging, beekherstel)
  • Faciliteren van recreatieve ontwikkelingen, die in toenemende mate belangrijk zijn, ook als economische drager voor het gebied;
  • Verbeteren van de economische vitaliteit van de landbouw (ook nevenactiviteiten)
  • Behoud en versterking cultuurhistorische waarden
  • Ontsnipperende maatregelen t.b.v. natuur (bijv. ecoduct)

Aanpak

Staatsbosbeheer is van mening dat inrichting en beheer van natuurgebieden, zeker waar het oude cultuurlandschappen betreft zoals Leenderbos, moet plaatsvinden vanuit een meervoudige doelstelling, gebaseerd op een integraal ontwerp waarin natuurdoelen en andere belangen met elkaar in samenhang zijn gebracht.  Het is het streven van Staatsbosbeheer dat in de Natura 2000 beheerplannen beter uit de verf te laten komen, dan wel  naast het Natura 2000 beheerplan een breder Inrichtings- en beheerplan te maken, waarvoor het Natura 2000 beheerplan bouwsteen is, maar waarin ook aandacht is voor cultuurhistorische- en andere kwaliteiten. Het  zou in de ogen van Staatsbosbeheer dus goed zijn als in de toekomst in de Natura 2000 beheerplannen zelf aandacht komt voor een meer integrale afweging tussen ecologische, cultuurhistorische en andere kwaliteiten van het landschap.

Staatsbosbeheer kiest de volgende aanpak om te komen tot een goed afgewogen Inrichtings- en beheerplan voor het Leenderbos, en tevens een bijdrage leveren aan een bredere  aanpak van de Natura 2000 beheerplannen in de toekomst:

 

  1. maximaal benutten van de ruimte voor de inbreng van andere doelstellingen en het ontwerp binnen het vastgestelde format van het Natura 2000 beheerplan voor het Leenderbos in 2010/2011
  2. maken van een landschapsbiografie van het Leenderbos, waarin de cultuurhistorische waarden van het gebied samenhangend in beeld worden gebracht;
  3. maken van een integraal Inrichtings- en beheerplan voor het Leenderbos (mede op basis van het Natura 2000 beheerplan) waarin in alle kwaliteiten en kansen van het gebied integraal worden afgewogen en worden vertaald in een integraal ontwerp, dat wordt uitgewerkt in Inrichtings- en beheermaatregelen, waarbij specifiek invulling wordt gegeven aan de maatregelen ten behoeve van het realiseren van de doelstellingen van het project Natte natuurparel
  4. inbrengen van het eindproduct en de ervaringen uit dit project in een debat over de plaats van cultuurhistorie in het Natura 2000-beleid in Nederland.

Uitwerking: planproces in hoofdlijnen

Sinds begin 2010 loopt voor het Leenderbos het proces van het opstellen van het Natura 2000 beheerplan. Dit heeft een geheel eigen dynamiek, waarvoor  procesafspraken met verschillende partijen zijn gemaakt.  Bovendien is er een vastgesteld format voor de plannen. Dit format moeten de planopstellers hanteren voor het plan dat  in 2010/2011 wordt opgesteld. Staatsbosbeheer is als grote eigenaar en terreinbeheerder in het Leenderbos mede-opdrachtnemer van dit beheerplan.

We gaan in het kader van dit inrichtings en beheersplan samen met Strootman Landschapsarchitecten verkennen hoe we de (beperkte) ruimte voor de inbreng van andere doelstellingen en ontwerpideeën  binnen het vastgestelde format van het Natura 2000 beheerplan maximaal kunnen benutten..

Parallel aan het opstellen van het Natura 2000 beheerplan is een  landschapsbiografie van het Leenderbos gemaakt, waarin door  Martijn  Horst (Cultuurland advies) en professor Theo Spek (R.U.G.)  de cultuurhistorische waarden van het gebied samenhangend in beeld zijn gebracht.

In het kader van   het opstellen van het Natura 2000  beheerplan  worden een aantal werkateliers georganiseerd door DLG.

In dit kader zal Staatsbosbeheer  een werkatelier Cultuurhistorie en Landschap organiseren, waarin de resultaten van de landschapsbiografie zullen worden ingebracht, evenals de visieontwikkeling van Strootman.

De uitkomsten van dit werkatelier zullen input zijn voor het Natura 2000 beheerplan. Met deze input zal het Natura 2000 beheerplan voorjaar  2011 worden afgerond.. Omgekeerd zullen de randvoorwaarden vanuit Natura 2000 worden meegenomen in het Inrichting- en beheerplan, dat in najaar  2010 en voorjaar  2011 verder vorm moet krijgen.

Aan het eind van het traject van het Inrichting- en beheerplan voor Leende zal een evaluatie plaatsvinden, die zal uitmonden in aanbevelingen  over de gewenste plaats van  cultuurhistorie en  ontwerpprincipes  in het proces en product van Natura 2000 beheerplannen en het aanzwengelen van het debat hierover.

Het gaat daarbij om vragen als:

  • Op welk abstractieniveau is cultuurhistorische en ontwerp-inbreng nodig?
  • Gaat het alleen om kennis van de aanwezige waarden? Om de visie op het gebied als geheel? Of ook om de nadere uitwerkingen?
  • Op welk moment is de inbreng het meest zinvol?
  • Hoe kun je de cultuurhistorische en ontwerp-inbreng borgen in het proces?

Et cetera

Producten

*Als belangrijkste product van dit project zien wij het interactieve proces waarin we de studie tot stand willen brengen.  Maatschappelijke  partijen als waterschap, IVN, Heemkunde kringen,  gemeentes,ZLTO en locale boerenondernemers, provinciale themaspecialisten en ieder ander die zich bij het thema betrokken voelt  worden uitgenodigd om hun inbreng te leveren.

* De  tastbare resultante van  de studies en het overleg vormt een  groot formaat  boek waarin op fraaie, rijk geïllustreerde wijze de geschiedenis van het Leenderbos en haar huidige kwaliteiten in beeld wordt gebracht. Dit boek moet  het “topstuk” van de informatievoorziening  naar de bezoekers van het Leenderbos worden zoals wij dat vanuit de te realiseren recreatieve poorten willen gaan verzorgen.

*Een  door het waterschapsbestuur vast te stellen  Inrichtingsmodel Natte natuurparel.

 

Bronvermelding:   Staatsbosbeheer

Geef een reactie