Wim Westmijze over Strijp Fragment van boek uit 1979 “de sgonste parel van brabant”

Dè sgonste parel van Brabant: onderwerp Leenderstrijp


Inleiding

Ter ere van het samengaan van de Gemeente Heeze, Leende en Sterksel in de “Gemeente Heeze-Leende”. werd in 1979 het boek “”de sgonste parel van Brabant” uitgegeven; een boek met diverse onderwerpen over Heeze, Leende en Sterksel, geschreven door meerdere auteurs.
Wim Westmijze schreef in dit boek een stukje over Leenderstrijp waarvan hieronder (aangepaste)tekst.

Dhr.. Westmijze, kinderloos overleden in augustus 1999, woonde destijds op het adres Riesten 2 te Leenderstrijp.
De boerderij uit 1818 waar hij woonde staat bij oudere mensen op Strijp bekend als ‘den Hulsbosch’.
Samen met zijn vrouw Yvette (overleden 1996) was hij in 1969 op Strijp komen wonen.

Hij was natuurkenner (vooral vogels en paddenstoelen) en beschouwde het gebied en ook de locatie van de boerderij als een eldorado.
Als liefhebber van oude authentieke zaken en gebouwen liet hij de boerderij, ook van binnen, zoveel mogelijk intact.
Gaandeweg begon hij zich meer en meer voor de geschiedenis en voor het verleden van Leenderstrijp te interesseren.
Hij werd lid van de monumentencommissie van de gemeente Leende en ijverde voor behoud van een zo oorspronkelijk mogelijk
Leenderstrijp (wat hem door inwoners van dit gehucht niet altijd in dank is afgenomen, omdat zij zich beknot zagen in hun bouwplannen!).
Nu woont in deze boerderij ons HHH-lid Ton van Dijk en zijn gezin.

De webbeheerder Erik v Asten    TODO


Boek “de sgonste parel van brabant” 1997, Hoofdstuk: Leenderstrijp; auteur Wim Westmijze

Hieronder het relaas van Wim:
Toen mijn vrouw en ik in 1967 een oude boerderij kochten in Leenderstrijp deden wij dat niet alleen omdat wij aangetrokken werden door de mooie omgeving maar mede omdat wij Leenderstrijp op onze fietstochten vanuit Eindhoven als een aantrekkelijk gehucht hadden ervaren.
Waarom dat zo was, konden we toen nog niet goed definiëren.
Van Helvoort, in een artikel in de Heemkronyk, kon dat wel.
Hij schreef: ‘Ik ben verzot op Leenderstrijp. Geen dorp in ons Kempen- en Peelland heeft zo ongerept zijn oude, landelijke schoonheid bewaard: het is een zuiver Brabants dorpje. We kunnen hier nog peinzen over de beroemde valkeniers, die hier hun valken vingen om ze af te leveren aan de hoven van koningen en kei­zers over de gehele wereld ‘

Strijp heeft lang een geïsoleerd karakter behouden, waarin ook oude gebruiken bewaard bleven. Toen wij in onze boerderij trokken bestond nog het gebruik om te sieren als teken dat iemand werd opgenomen in de buurtschap. (Dit gebruik bestaat nog steeds; de webbeheerder) De buurtschap bestond globaal uit de drie buren in de richting van de kerk en de drie in de andere richting. Toen wij op de verhuisdag aankwamen was het een totale verrassing dat er een haag was gemaakt van dennenbomen, versierd met papieren roosjes en een groot bord “welkom”.
Bovendien bleken de buren een paar kubieke meters puin die er een paar dagen eerder nog lagen opgeruimd te hebben.
Dat hoorde bij de buurtschap.

De ligging van Strijp was zo geïsoleerd gebleven omdat doorgaande wegen ontbraken. Buiten het bewoonde deel en de daarbij horende akkers was er slechts heide en moeras. Ik herinner me nog hoe we een keer, ’s avonds terugkomende met het Philips-vliegtuig; vanwege militaire activiteiten niet direct konden landen en bij het cirkelen een paar keer over Leende kwamen.
De Strijperstraat was aan de verlichting van Leende tot aan onze boerderij te herkennen, daar voorbij was alles donker.

Misschien ontleend Strijp zijn bijzondere karakter wel aan de combinatie van een boerendorp en een aantal welvarende bewoners.
Niet alleen de valkeniers, waaraan Strijp bekendheid ontleend, maar ook rijke handelaren en teuten hadden er hun woonplaats.
Als vele dorpen in de Kempen is Strijp gelegen langs een weg aan de westzijde van een beek. Langs de beek weilanden (beemden), aan de andere kant van het dorp de hogere gronden, eerst de akkers en daarna de heide. Op de grens van akkers en heide een eikenwal die de akkers moest beschermen tegen het van de heide overwaaiende zand en tegen de op de heide grazende schapen.

Op de topografische kaart van 1921 zag Strijp er nog vrijwel hetzelfde uit als op de kadastrale kaart van 1832.
Alleen zijn er in de tussentijd enkele huizen verdwenen. Ook de stafkaart van 1950 vertoont nog hetzelfde beeld,maar dan is de heide veranderd in bos (aangeplant als werkverschaffing na 1932).
Veel van zijn vroegere rijkdom heeft Strijp te danken aan de “Groote heide” in het westen. Tot aan het begin van deze eeuw was deze heide eigendom van de heer van Heeze en Leende. Niet alleen graasden daar de schapen van de boeren.
Maar ook werden er door de Strijper valkeniers de valken afge­richt voor de jacht.

Wanneer we vanaf het “centrum” van Strijp naar het noorden gaan. komen we eerst langs een open stuk. het “broekske’ en we komen dan weer bij een groepje huizen. het “eindje’. Een open stuk vanwege de drassigheid. Waarschijnlijk was dit stuk zo drassig dat er vaak moeilijk door te komen was op de onverharde wegen en dat daarom een weg, de “Hooge weg” naar de hogere akker liep zodat men dan weer via de “Hoogeindweg” in het centrum kon komen.


Kapel

Strijp bezat reeds vóór 1440 een eigen kapel. de St Janskapel. Maar daar is, ondanks herhaalde pogingen, nooit een pastoor benoemd.
Het was een grote kapel zoals blijkt uit een tekening van J, de Beijer uit 1738 van de ruïne van de kapel. Dat Strijp reeds in de Middeleeuwen zo’n grote kapel bezat, wijst erop dat het toen al een belangrijke nederzetting was. In de 19e eeuw zijn de resten van de oude kapel gesloopt en is er een eenvoudige kapel voor in de plaats gebouwd.

(voor een fotoreportage en historie over de kapel klik hier)


Vanaf de heuvel waarop de kapel is gebouwd heeft men een fraai uitzicht op de Strijperakker, met aan de ene kant Strijp, en aan de andere kant de bossen. Deze beginnen precies op de plaats waar reeds eeuwen terug de heide begon.
Op de grens van akker en bos zijn nu nog duidelijk de resten te herkennen van de eikenwal die vroeger de akkers omgaf.


Kaetsveld

Keren we terug naar het centrum van Strijp, het ‘Kaetsveld” Hier staat een historisch belangrijke boerderij/brouwhuis.
Vooral in dit jaar waarin het 200-jarig bestaan van de provincie Noord-Brabant wordt gevierd gedenkwaardig omdat daar Hermanus Royaers geboren en getogen is. Hij werd in 1796, als lid van het dorpsbestuur van Leende, verkozen tot representant in het gewestelijk bestuur van Brabant.
Voor uitvoeriger gegevens zij verwezen naar het artikel in de Heemkroniek van j.j.F de Waal (juni 1996).
De boerderij/brouwhuis van Hermanus had zijn grootvader Jac Royaert in 1688 verkregen bij de erfdeling van Frans Pompen en Elisabeth Gerardus Raessen, allen vooraanstaande en welgestelde families uit Strijp. Een broer van Hermanus. Jacobus. was valkenier, evenals zijn vader Frans en zijn oom Jan. Deze was getrouwd met Johanna Bijnen, een dochter van weer een valkenier.,Frans Bijnen.
Deze woonden allen op minder dan 100 m van elkaar.

Valkeniers waren vermogende mensen. Ze leenden veel geld uit aan omringende gemeenten. Dat dit tot grote bedragen kon oplopen blijkt uit de nalatenschap van de bovenvermelde Frans Bijnen. Daarbij was een totaalbedrag van f 10.000 aan obligaties.
Om dit om te rekenen naar de huidige waarde zou dit bedrag met minstens 100 moeten worden vermenigvuldigd

Lindenboom

Op het Kaetsveld staat een oude lindeboom. Deze is in 3 etages gekandelaberd.
als symbool van de H. Drievuldigheid. Driek Bax. een oude inmiddels overleden inwoner van Strijp wist te vertellen dat dat gebeurd was door Leonardus van Dijk. een broer van de landmeter en latere burgemeester van Leende, Hyacinthus van Dijk.

(voor een fotoreportage over deze boom klik hier)

Leonardus is overleden in 1844 en dezelfde Driek Bax wist te vertellen dat Leonardus was overleden als gevolg van een ongeluk tijdens een jachtpartij bij de brug van de Strijperdijk over de Aa. Hermanus was schoenmaker en daarnaast ook brouwer.
Vlak bij zijn brouwerij, op de plaats waar nu de nieuwe school staat. stond ook een boerderij.
Deze historische boerderij is helaas in de zestiger Jaren afgebroken.

In de Heemkronyk werd in 1963 een tekening afgedrukt van de boerderij n.a.v een excursie in 1962.
Opvallend is het hartje dat in de gevel is ingemetseld. Zo’n hartje is ook nu nog op drie andere boerderijen te vinden.
De betekenis ervan is niet zeker. Waar de boerderij stond. is nu nog te zien aan de drie oudere lindebomen die nu voor de school staan. en die traditioneel bij een boerderij horen. De eerder genoemde Driek Bax is in deze boerderij geboren.
Hij herinnerde zich nog dat zijn moeder hem vertelde dat er vroeger een bovenlicht boven de deur had gezeten waarop stond te lezen:

Om bier te brouwen zeer goed van smaak is voor mij een kleine taak en om die tegeuen aan ieder man voor drie stuivers een groote kan …….. toen hij met zijn geliefde huisvrouw Christina Royaers 25 jaar getrouwd was.

De naam van de echtgenoot wist Driek zich niet te herinneren. Zeer waarschijnlijk moet dit Jacob Dielis zijn die op 7 juni 1812 trouwde met Christina Royaers uit Waalre. (Er was ook een Christina Royaerts die in 172I trouwde met Gerardus Bluyssen).
De grootmoeder van Driek Bax heeft het bovenlicht eruit laten halen en verkocht.


Het “groothuis’

In Strijp staat nog een boerderij die van historisch belang geweest n.l. het eerste huis aan de Strijperdijk (weg naar Budel).
Een opvallend grote (ong. 40 m lang en 40 breed) boerderij. Samen met het “huysken in de Hulsbosch” en ande­re gronden (o.a. het ook nu nog als zodanig bekende Pompeneeuwsel) was deze in de Middeleeuwen in het bezit van de familie Pompen, van wie de oudste, ons bekende vertegenwoordiger was Willem Pomp, geboren omstreeks I350.

Een gedeelte van zijn bezittingen, waaronder het huis, werd in het begin van de 17e eeuw geërfd door Willem Jan Bluyssen (een verre voorvader van monseigneur Bluyssen, voormalig bisschop van ‘s-Hertogenbosch), De Bluyssens zijn lange tijd een belangrijke teutenfamilie in Strijp geweest.
Het “groothuis” kwam later in het bezit van valkenier Jan Jac Bijnen die gehuwd was met Agnes Bluyssen, een achterklein­dochter van Jan Willem.
Een dochter van Jan Jac Bijnen trouwde met johan Vermeulen, eveneens valkenier, waarna het huis enige generaties eigendom bleef van de Vermeulens.
Uit het bovenstaande blijkt wel dat Strijp, in de tijd dat Brabant gebukt ging onder de lasten van Gene­raliteitsland een grote welvaart moet hebben gekend, met zoveel rijke inwoners op een zo’n kleine gemeenschap.

In I788 werd het ‘groothuis” verkocht aan Peeter van Dijk (gehuwd met de valkeniersdochter Helena Catharina Royaerts) als een “schoone hegte en spatieuse huyzinge bestaande in woonhuys voorzien van verscheide beneeden vertrekken, twee kelders, twee bovenkamers, ruymen zolderinge en verdere comoditeiten … ”

Na de dood van Peeter van Dijk woonde diens zoon Hyacinthes er en later meester Gijsbers die het huis gebruikte als boerderij en als hulpschool voor Strijp.
Op 20 juni 1903 is het huis, waar inmiddels een “ontromingsfabriek” in gevestigd was, geheel af. De melkfabriek is weer opgebouwd en in de zeventigerjaren ‘verbouwd” tot een villa. De toenmalige bewo­ner heeft later van degene die de verbouwing heeft laten doen gehoord dat, toen men de indrukwekkende gewelven in de kelders blootlegde, die maar snel heeft laten volgooien om te voorkomen dat oudheidkundigen de sloop zouden stopzetten.

(voor een reportage over dit huis klik hierStoomzuivelfabriek Jaarverslag uit 1933, statuten uit 1921 en een korte historie)


In de laatste jaren is er in Strijp veel veranderd. Met name door de ruilverkaveling trokken de meeste boeren weg uit het dorp naar nieuwe boerderijen in het verkavelde gebied Vooral langs de Strijperstraat is veel bijgebouwd waardoor het open con­tact met het beekdal sterk is verminderd. Enkele karakteristieke ensembles. met name de omgeving van het Kaetsveld en het Eindje. herinneren nog aan het agrarische verleden.
De actieve monumentencommissie probeert waar dat redelijkerwijs mogelijk is om karakteristieke en cultuurhistorisch belangrijke plaatsen te bewaren.
Naast deze cultuurhistorische waarden kan Strijp zich ook verheugen in een mooie omgeving weliswaar heeft de recente ruilverkaveling zijn sporen achtergelaten, Deze verkaveling was noodzakelijk vanwege de zeer verspreid liggende bezittingen van dè boeren. maar zij heeft naar huidige inzichten meer schade aangericht dan noodzakelijk. Ook is de ontsluiting van het gebied door een geplande brug over de gekanaliseerde Aa achterwegen gelaten. Hopelijk kan deze ontsluiting in de nabije toekomst alsnog gebeuren waardoor het akker- en weidegebied in aansluiting met het staatsbos ook voor wandelaars meer ontsloten wordt. Voor fietsers is de Strijper Aa route reeds nu een gezochte recreatie.

Mijns inziens moet de toekomst van Strijp liggen in het behoud van de cultuurhistorische en een verdere uitbouw van de natuurhistorische waarden.

1997 Wim Westmijze

Geef een reactie